Stemrechtverdeling

Op 4 februari 2022 stelde de Vlaamse Regering de werkingsgebieden vast. Er zijn 41 werkingsgebieden, per werkingsgebied kan er 1 woonmaatschappij erkend worden. De lokale besturen die in het werkingsgebied van de woonmaatschappij liggen en die aandeelhouder zijn, moeten altijd over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de aandelen beschikken. Dit wil zeggen minstens 50% + 1 stem.

 

De Vlaamse Regering wil hiermee de gemeenten en OCMW’s de regie geven over het beleid van de woonmaatschappijen.

 

De Vlaamse Regering heeft de concrete stemverhoudingen tussen de lokale besturen uit het werkingsgebied vastgesteld.

 

Het lokale draagvlak voor de onderlinge verdeling van de stemrechten is voor de Vlaamse Regering van groot belang. Daarom heeft minister van Wonen Matthias Diependaele in zijn brief van 7 februari 2022 aan de lokale besturen gevraagd om uiterlijk 13 mei 2022 een gedragen gemotiveerd voorstel van onderlinge verhouding van stemrechten in te dienen, dat de criteria bevat en het gewicht dat de gemeenten daaraan wensen te geven.

 

De voorgestelde onderlinge stemverhouding moet steunen op objectieve criteria die verband houden met het woonbeleid. De Vlaamse Regering zal de stemverhouding vastleggen op basis van minstens de volgende criteria:

  1. de verhouding tussen het aantal sociale huurwoningen per gemeente;

     

  2. de verhouding tussen het aantal huishoudens per gemeente.

De Vlaamse Regering kan bij de vastlegging van de stemverhouding ook rekening houden met andere criteria (die verband houden met het woonbeleid) die vermeld zijn in een advies van de gemeenteraad van een of meerdere gemeenten uit het werkingsgebied.

 

Wanneer een aantal gemeenten uit hetzelfde werkingsgebied geen, of een afwijkend, advies indienen, beslist de Vlaamse Regering op basis van voornoemde objectieve criteria.

 

Op vrijdag 15 juli 2022 keurde de Vlaamse Regering het besluit tot vaststelling van de verhouding van de stemrechten tussen de in de werkingsgebieden voor woonmaatschappijen gelegen gemeenten en OCMW’s definitief goed. U vindt deze stemrechtenverdeling op de website van Wonen in Vlaanderen. Via 39 besluiten is de onderlinge verhouding van de stemrechten van gemeenten en OCMW’s per werkingsgebied dat uit meer dan één gemeente bestaat vastgelegd. De steden Gent en Antwerpen vormen telkens 1 werkingsgebied en zijn dus niet gevat door een specifiek besluit.

 

Als bij de vaststelling of de latere wijziging van het werkingsgebied een gemeente aan het werkingsgebied wordt toegevoegd, zal de onderlinge stemverhouding opnieuw worden bepaald aan de hand van dezelfde objectieve criteria. De betrokken gemeenten kunnen een nieuw voorstel van onderlinge stemverhouding indienen, rekening houdend met de voornoemde objectieve criteria.

 

De betrokken gemeenten kunnen ook naast de vaststelling of wijziging van het werkingsgebied een nieuw voorstel indienen, bijvoorbeeld naar aanleiding van gemeenteraadsverkiezingen. Dit voorstel moet rekening houden met de voornoemde objectieve criteria.

 

In artikel 4.102/3 Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021 staat de procedure waarmee een lokaal bestuur uit het werkingsgebied van de woonmaatschappij een aanvraag kan doen om de stemverhoudingen tussen de lokale besturen uit het werkingsgebied te wijzigen. De minister van Wonen zal deze aanvraag alleen behandelen als een lokaal bestuur het indient binnen het jaar dat volgt op de samenstelling van het bestuursorgaan na de lokale verkiezingen. Het is daarbij belangrijk dat er bij alle lokale besturen uit het werkingsgebied draagvlak is voor de gevraagde wijziging.

 

Voor zover de statuten voorzien in verschillende soorten van aandelen die uiteenlopende rechten toekennen aan de aandelen afhankelijk van de hoedanigheid van de aandeelhouder, voorziet artikel 5:102 Wetboek van vennootschappen en verenigingen dat binnen elke soortgroep van aandelen er ingeval van statutenwijzigingen voldaan moet zijn aan de aanwezigheids- en meerderheidsvereiste voor die statutenwijziging binnen elke soortgroep. Binnen de soortgroep wordt voor de berekening van de stemmen geteld op basis van één stem voor het kleinste ondereffect. Deze regeling wordt bij de toetreding van nieuwe gemeenten tot de woonmaatschappij buiten werking gesteld om de vorming van de nieuwe maatschappij – of de nieuwe aandeelhoudersverhoudingen – te faciliteren.

Veelgestelde vragen

Welke mogelijkheden biedt het decreet om de vertegenwoordiging van de lokale besturen te garanderen binnen de werking van de woonmaatschappij?